Wat is leren? Van theorie naar praktijk

Leren maakt deel uit van ons leven. Elke dag hebben we te maken met nieuwe kennis, vaardigheden, begrip, waarden en voorkeuren. Dat kan impliciet en herhaaldelijk gebeuren, bijvoorbeeld tijdens het kijken naar het nieuws of in een gesprek met een collega. Maar we kiezen er ook bewust voor om nieuwe dingen te leren, zoals een nieuwe taal, sport of softwareprogramma. Leren is iets ongrijpbaars. Waarom zijn sommige mensen er goed in en anderen niet? En waarom hebben we allemaal onze eigen leervoorkeuren? Laten we in de theorie van het leren duiken, zodat je jouw training naar een hoger niveau kan tillen!

Caroline
Content Manager & HR Officer
Gepost op
Bijgewerkt op
Leestijd 15 minuten

 

Inhoudsopgave

  1. Wat is de definitie van leren?
  2. Vijf algemene leertheorieën
  3. Hoe ga je om met verschillende leerstijlen?
  4. Wat zijn de gevolgen voor de training?
  5. Welke factoren beïnvloeden het leren?
  6. Hoe zorg je voor een effectieve leerervaring?

Wat is de definitie van leren?

Het onderzoek naar wat leren is, heeft geen eenduidig antwoord. Maar de meesten zijn het erover eens dat leren veel meer is dan informatie onthouden en terughalen. Het gaat om diepgaand en langdurig begrip en het in verband brengen van nieuwe informatie met bestaande ideeën, concepten en kennis. Een vaak gebruikte definitie van leren is:

"Leren is een proces dat leidt tot verandering, die optreedt als gevolg van ervaring en de mogelijkheden voor betere prestaties en toekomstig leren vergroot. De verandering bij de leerling kan plaatsvinden op het niveau van kennis, houding of gedrag. Leerlingen gaan door het leren concepten, ideeën en/of de wereld anders zien. [1]"

Volgens deze definitie hebben de belangrijkste leerprocessen of -activiteiten betrekking op:

  • Informatie selecteren
  • Informatie opnemen
  • Informatie verwerken
  • Nieuwe informatie combineren met de huidige kennis
  • Een nieuw conceptueel model opstellen
  • Informatie gebruiken
  • Betekenis geven aan informatie [2]

Vijf algemene leertheorieën

Het leeproces van mensen begrijpen, is een belangrijke stap in het optimaliseren van het leerproces

Het leerproces van mensen begrijpen, is een belangrijke stap in het optimaliseren van het leerproces. Sinds het begin van de 20e eeuw hebben onderzoekers zich afgevraagd hoe leerlingen zich aanpassen en hoe de verschillende leerproblemen het best kunnen worden aangepakt. Dit heeft geleid tot verschillende leertheorieën over de beste leerprocessen en -strategieën. Laten we eens kijken naar de vijf meest belangrijke leertheorieën:

1. Gedragspsychologie

Deze traditionele stroming ontstond aan het begin van de 20e eeuw. In een notendop komt de theorie van de gedragspsychologie neer op het gezegde: 'oefening baart kunst'. Met voldoende oefening en training zouden mensen uiteindelijk in staat moeten zijn om een bepaalde handeling uit te voeren zonder na te denken. Bovendien gaan gedragspsychologen ervan uit dat externe prikkels veranderingen in gedrag veroorzaken, want het is de taak van de leraar om leerlingen te helpen kennis te verwerven door na te denken over en gebruik te maken van verschillende leerstrategieën.

Voorbeelden van gedragspsychologie in het huidige onderwijs
  • Het geven van bonuspunten voor gemaakt huiswerk.
  • Het leren van leerlingen stap voor stap opbouwen.

2. Cognitivisme

Deze stroming heeft de gedragspsychologie in de jaren zestig aan de kant gezet. Het cognitivisme richt zich meer op hoe leerlingen informatie verwerken en onthouden. Volgens deze theorie is het menselijk brein een "zwarte doos" en is het vergelijkbaar met een computer. Sinds de opkomst van deze theorie zijn termen zoals werkgeheugen, kortetermijngeheugen en langetermijngeheugen algemeen erkend en onderzocht.

Het cognitivisme stelt dat voor het opslaan van informatie er eerst verwerking nodig is. Deze theorie zegt ook dat het belangrijk is om het lesmateriaal aan te laten sluiten bij de voorkennis van de leerling.

Voorbeelden van cognitivisme in het huidige onderwijs
  • Betrek leerlingen actief bij het leeronderwerp door vragen te stellen die hen aan het denken zetten.
  • In plaats van als leraar een uur lang informatie door te geven, kunnen leerlingen beter samen werken aan opdrachten die met het onderwerp te maken hebben.

3. Constructivisme

Deze theorie ontstond rond 1980. Volgens deze theorie is leren een sociaal proces waarbij er kennis wordt gecreëerd en gedeeld met anderen. De verantwoordelijkheid voor het leren wordt steeds meer bij de leerlingen gelegd. Het is belangrijk om met context te leren, dus een krachtige leeromgeving is onmisbaar. Wanneer kinderen bijvoorbeeld leren over de temperatuur, kan een leerkracht verwijzen naar een thermometer, een oven en/of de seizoenen.

Net zoals de cognitivistische theorie beweert deze theorie dat leren een opbouwproces van kennis is. Leerlingen moeten dus voortbouwen op bestaande kennis.

Voorbeeld van constructivisme in het huidige onderwijs
  • De begeleider stelt een probleem voor, bijvoorbeeld het meten van de lengte van de Chinese muur. De begeleider introduceert niet onmiddellijk methoden om het probleem op te lossen, maar in plaats daarvan laat deze zijn leerlingen nadenken over het probleem zodat ze hun eigen meetmethoden kunnen creëren.

4. Constructionisme

Ook deze theorie is in de jaren tachtig ontstaan. Het bekijkt het opbouwen van kennis op een zeer letterlijke manier. Het benadrukt een prinipe van "leren door te maken en leren om te maken". Deze stroming stimuleert creativiteit, samenwerking en het opzetten en uitvoeren van experimenten.

Voorbeeld van constructionisme in het huidige onderwijs

Leerlingen werken samen aan een project, zoals het aanleggen van een moestuin. Terwijl ze zelf de zaadjes planten, leren ze meer over de natuur.

5. Connectivisme

Dit is de meest recente theorie, ontwikkeld in 2004. Deze theorie past in het digitale tijdperk waarin we leven. Het centrale aspect van het connectivisme is de metafoor van een netwerk met knooppunten en verbindingen. Leerlingen kunnen hun leernetwerk creëren en in hun zoektocht naar informatie zullen leerlingen informatieve websites bezoeken, boeken lezen en andere bronnen gebruiken. De rol van de leraar zal meer bestaan uit begeleiden en feedback geven dan uit het actief aanbieden van nieuwe kennis.

Aanhangers van het connectivisme zien deze theorie als een aanvulling op de bestaande theorieën.

Voorbeeld van het connectivisme in het huidige onderwijs
  • Het connectivisme is vooral zichtbaar buiten de school. Leerlingen gebruiken digitale middelen; de begeleider leert hoe ze online informatie kritisch moeten bekijken.

Hoe ga je om met de verschillende leerstijlen

Er is geen overtuigend wetenschappelijk bewijs dat aangepaste instructies het leren verbeteren

Naast het feit dat het begrijpen van verschillende leertheorieën zeer belangrijk is voor het vormgeven van je trainingsprogramma, moet je ook de verschillende leerstijlen van mensen begrijpen. Tenminste, dat is wat de meerderheid van de begeleiders denkt. 89% van de leraren gelooft in het afstemmen van de instructie op de voorkeursleerstijl van een leerling. Je zou verwachten dat dit iets positief is, maar er is geen overtuigend bewijs dat de leerprestaties verbeteren als je lessen afstemt op de voorkeuren van je studenten [3].

Een veel gebruikte methode bij leerstijlen is het VARK-model. Volgens het VARK-model worden leerlingen geïdentificeerd aan de hand van de vraag of ze een voorkeur hebben voor:

  • Visueel leren (plaatjes, filmpjes, diagrammen)
  • Auditief leren (muziek, discussie, lezingen)
  • Lezen en schrijven (lijsten opstellen, boeken lezen, aantekeningen maken)
  • Esthetisch leren (beweging, experimenten, praktische activiteiten)

Hoe aantrekkelijk een model zoals VARK ook is - het is relatief eenvoudig te conceptualiseren en snel te beoordelen - iedereen houdt zich op verschillende manieren bezig met verschillende manieren van leren. De hersenen verwerken informatie op zeer complexe en genuanceerde manieren die niet zo eenvoudig te generaliseren zijn. Als je jouw opleidingsmateriaal dus afstemt op een specifieke leerstijl, zullen je leerlingen waarschijnlijk leermogelijkheden missen. Een algemene aanpak zou beter zijn, maar dan moet je programma wel sterk zijn, zodat er geen noodzaak is om het te personaliseren. Sterk betekent in dit verband dat:

  • De leerling zich betrokken voelt.
  • De inhoud op meerdere manieren wordt weergegeven.
  • Het actie en expressie van de leerling stimuleert.

Het Universal Design for Learning is een benadering die deze manier van denken ondersteunt. Het doel hierbij is om tegemoet te komen aan de behoeften van elke leerling in een traditionele klas of online leeromgeving.

Wat zijn de gevolgen voor de training?

De leertheorieën kunnen het ontwerp van je opleiding en lessen bepalen. De theorie is de basis van het leerplan, ook al ben je je er misschien niet eens van bewust. Vind je het herhalen van feiten belangrijk om te leren? Of zie je jezelf meer als een begeleider dan als een leraar? En ben je voorstander van een projectmatige aanpak? Bewust - maar zoals gezegd ook onbewust - zie je deze aspecten terug in je training en de manier waarop je lesgeeft.

En dat heeft natuurlijk effect op je studenten. Stel dat je kiest voor een lesmethode waarbij de nadruk ligt op sociaal en visueel leren, dan zullen je studenten zich beter op plek voelen in een werkomgeving voorp staat en waar videopresentaties het lezen van teksten vervangen.

Welke factoren beïnvloeden het leren?

Leertheorieën vormen de kern van het leren. Toch is het baseren van je opleiding op leertheorieën uiteindelijk niet de enige invloed die uitgeoefend wordt op de manier waarop iemand leert. Ook andere factoren spelen een rol.

Fysiologische factoren [4]

1. Zintuiglijke waarneming

Een beperking van een van de zintuigen maakt het leren moeilijker. Een blind persoon heeft bijvoorbeeld meer moeite met leren dan iemand zonder visuele beperking wanneer deze niet de juiste hulpmiddelen krijgt.

2. Lichamelijke gezondheid

Wie zich lichamelijk niet goed voelt/Wie zich niet lekker voelt, is niet in staat om goed te leren. Een gezonde geest is alleen mogelijk in een gezond lichaam.

3. Vermoeidheid

Dit hangt samen met punt twee, lichamelijke gezondheid. Als je lichamelijk of geestelijk moe bent, kun je niet de beste versie van jezelf brengen. Vermoeidheid kan verschillende oorzaken hebben zoals een druk leven, geen evenwichtige voeding, te lange studiemomenten.

4. Tijdstip van de dag

Onderzoek heeft aangetoond dat leren het meest effectief is tussen 10.00 en 14.00 uur en tussen 16.00 en 22.00 uur.

Onderzoek heeft aangetoond dat leren het meest effectief is tussen 10.00 en 14.00 uur en tussen 16.00 en 22.00 uur, wanneer de hersenen het meeste openstaan voor nieuwe informatie. Daarnaast is de minst ideale leertijd tussen 4.00 en 7.00 uur [5].

5. Voeding

We mogen het effect van gezonde voeding niet onderschatten. Een evenwichtige voeding is verantwoordelijk voor een efficiënte mentale activiteit. Een slechte voeding heeft het tegenovergestelde effect. Van alcohol, cafeïne en nicotine weten we dat ze de hersenen aantasten en daarom moet je er bewust mee omgaan.

6. Leeftijd

Het bewijs is onweerlegbaar: naarmate we ouder worden, vermindert onze hersencapaciteit. Op jongere leeftijd is het over het algemeen gemakkelijker om te leren dan op oudere leeftijd. Vanaf 25 jaar treedt de grootste stagnatie op.

Psychologische factoren

1. Geestelijke gezondheid

Geestelijke spanningen, complexen, conflicten, geestesziekten en psychische aandoeningen belemmeren het leren.

2. Motivatie en interesse

Motivatie is de sleutel tot leren. Als je gemotiveerd bent om te leren, kun je informatie opnemen (en later weer oproepen en toepassen). Als het je aan motivatie ontbreekt, blijven de kennis en vaardigheden niet hangen.

3. Positieve versterking

Niets is zo verslavend als succes. Als je succes ervaart of veel lof krijgt van je leraar of begeleider, geeft dat je vleugels. Soms kan het ook omgekeerd werken. Er zijn aanwijzingen dat oudere kinderen gevoeliger zijn voor kritiek en feedback dan jongere kinderen.

Omgevingsfactoren

1. Werkomstandigheden

Goede verlichting, goede ventilatie, de juiste temperatuur en vochtigheid hebben een positieve invloed op de mentale efficiëntie. Afleidingen - echt alle soorten die je maar kunt bedenken - beinvloeden het concentratievermogen negatief, en daarmee ook hoe effeciënt je leert.

2. Organisatorische aanpak

Het is nuttig om moeilijke onderwerpen te trainen op de meest efficiënte leermomenten. Ook een positieve relatie tussen begeleider en leerling heeft invloed op de leerresultaten. Als de student de begeleider vertrouwt en gemotiveerd is, zal dit tot uiting komen in de leerresultaten. De organisatorische aanpak omvat bijvoorbeeld het school- of trainingsschema. Het moet in overeenstemming zijn met psychologische principes en het moet vermoeidheid en verveling voorkomen.

Methodologie van het onderwijs

1. Presentatie

De wijze waarop de leer-/opleidingsstof wordt gepresenteerd is essentieel

De presentatie van de leerstof is zeer belangrijk. Het moet er goed uitzien, georganiseerd zijn en een indeling hebben die past bij het mentale niveau van de leerling. De begeleiders moeten het op een zinvolle en interessante manier aanbieden. Het opleidingsmateriaal kan zowel offline (in boeken, syllabus) als online (in een LMS, webinar of online presentatie) worden aangeboden.

2. Leren door doen en tijdig testen

Herhaling en oefening zijn belangrijke onderdelen van het leren. Studenten moeten worden aangemoedigd om het geleerde toe te passen (door een examen af te leggen om hun kennisniveau te beoordelen) of om te leren door middel van activiteit. Het blijft beter hangen als je een persoonlijke ervaring hebt met de leerstof. Je kunt in een boek lezen hoe je moet reanimeren, maar oefenen op een oefenpop is veel nuttiger.

Hoe zorg je voor een effectieve leerervaring?

Zoals al beschreven, hebben veel factoren een invloed op het leren. Als begeleider heb je geen invloed op alle factoren, maar slechts op een deel ervan. Richt je dus op wat je kunt beïnvloeden.

Besteed voldoende tijd en moeite aan het maken van uitstekend trainingsmateriaal

Een bekende uitdrukking is dat 'je eruit haalt wat je erin stopt'. Dit geldt niet alleen voor voedsel, maar ook voor kennis. Uitstekend trainingsmateriaal is een voorwaarde voor goede leerresultaten. Maar wat is uitstekend trainingsmateriaal?

Uitdagend, maar niet te uitdagend

Het moet voortbouwen op de voorkennis van leerlingen, maar mag geen herhaling zijn. Het niveau van het materiaal moet uitdagend genoeg zijn, maar niet te uitdagend. Het is een dunne lijn. Als het materiaal te gemakkelijk is, voelen je leerlingen zich niet gemotiveerd en doen ze geen moeite. Als het niveau daarentegen te hoog is, raken de leerlingen gedemotiveerd. Om iedereen scherp te houden, moet het materiaal iets hoger liggen dan hun huidige kennis- en vaardigheidsniveau, maar niet te hoog.

Uitstraling en gevoel

Ook hoe je materiaal eruitziet is belangrijk. Als het aangenaam is voor het oog, is het ook aangenaam voor de hersenen. Iedereen geeft de voorkeur aan een boek, papier of online lesmateriaal met heldere kleuren, afbeeldingen (of video's), een duidelijk lettertype (grootte), witruimte enzovoort, omdat het gemakkelijk te lezen is. Het is bewezen dat het kleurgebruik in lesmateriaal een essentiële rol speelt bij het opwekken van verschillende emotionele reacties en het vasthouden van de aandacht van leerlingen. Zo worden warme kleuren zoals rood, oranje en geel beschouwd als ideaal om de aandacht van de leerlingen te verhogen en hun actieve deelname te stimuleren. En een blauwe achtergrond verhoogt de kans dat de aangeboden informatie wordt onthouden [6].

Je moet rekening houden met het concentratievermogen van je leerlingen

Concentratievermogen

Ten slotte moet je rekening houden met het concentratievermogen van je leerlingen. Ze kunnen zich niet de hele dag concentreren. Probeer dus de moeilijke onderwerpen te behandelen wanneer het leren het meest effectief is en zorg voor natuurlijke pauzes tijdens de training. Of zorg ervoor dat je online trainingstool de leerlingen waarschuwt wanneer het tijd is om een pauze in te lassen of begin met een tool die microlearning ondersteunt. Volgens vele studies heeft de gemiddelde volwassene een maximaal concentratievermogen van ongeveer 20 minuten.

Steek tijd en moeite in je relatie met je leerlingen

Hoewel het oppervlakkig klinkt, begint het met respect voor de begeleider. Als mensen je aardig vinden, je vertrouwen en je hen motiveert, zijn ze bereid om een extra inspanning te leveren. Toon je leerlingen dat je in hen geïnteresseerd bent, steek er tijd en moeite in om hen te leren kennen, stimuleer hun zelfvertrouwen en zorg ervoor dat ze zich niet als een nummer voelen, maar dat ze zich in een veilige en rustige omgeving bevinden. Het zal lonen.

Besteed voldoende tijd en moeite aan het creëren van een goede sfeer op je trainingslocatie.

Het begint met het regelen van de verlichting, goede ventilatie, de juiste temperatuur en vochtigheid. Maar ook hoe je je klaslokaal organiseert. Het moet uitnodigend zijn, maar het mag niet voor afleiding zorgen.

Kleurgebruik

Het gebruik van geel in je klas stimuleert je leerlingen tot creativiteit

Het gebruik van kleuren in lesmateriaal speelt een belangrijke rol en ook het gebruiken van kleuren in een klaslokaal is belangrijk. Groen wordt bijvoorbeeld geassocieerd met kalmte en zwart met verdriet. Het gebruik van geel in je klaslokaal stimuleert je leerlingen om creatief te zijn en helpt je om hun aandacht vast te houden.Dus, als je een trainingsdag over tekenen en visueel denken organiseert, dan kan het geen kwaad om gele accenten toe te voegen aan je trainingslocatie.

LMS 

Leren gebeurt tegenwoordig vaak online; Je kunt het leren positief beïnvloeden door te kiezen voor een tool, zoals een LMS, die leren zonder afleiding ondersteunt. Bij het gebruik van een elektronisch apparaat is er vaak veel afleiding aanwezig. Maar, als het leermiddel geen ruimte laat voor afleiding, is er tenminste één obstakel minder. Afleidingsvrije leermiddelen tonen bijvoorbeeld geen logo in de hoek. Alleen de leerinhoud is zichtbaar in warme kleuren en een goed leesbaar lettertype.

Nu je meer weet over de basisprincipes van leren, ben je goed voorbereid om de best mogelijke leerervaring te creëren! Veel succes!

Nuttige bronnen

  1. Ambrose, Susan A. et al. 2010. Hoe leren werkt: Zeven op onderzoek gebaseerde principes voor slim lesgeven.
  2. Dixon, 1994. De leercyclus.
  3. Sternberg, R. J. 1994. Denkstijlen: Theorie en Beoordeling op het raakvlak tussen Intelligentie en Persoonlijkheid.
  4. Reid, J. M. (1995). Leerstijlen in de ESL/EFL klas.
  5. Newton & Salvi, 2020. Hoe gebruikelijk is het geloof in de neuromythe van leerstijlen en is het van belang? Een pragmatische systematische beoordeling
  6. PSB Academy, 2020

Meer informatie ophalen

Wat is een Learning Management System?

Wat is een Learning Management System?

Mensen die bij internetbedrijven werken lijken hun afkortingen leuk te vinden. Ze klinken zo professioneel met hun Saas, Cloud, ERP, LMS. Wat is toch een...

Lees meer